Biezen mandje vlechten

Het oudste textiel wat de mens gebruikte waren de vezels van planten. Lindebast, wilgenbast, biezen, brandnetels, rietstengels, (bramen)twijgen, allemaal geschikt om mee te weven en te vlechten.
Deze twee technieken zijn nauw aan elkaar verwant, door het verbinden van materiaal (onder, boven, onder enz( maak je een nieuwe vorm.
Er werd in de steentijd al gevlochten, maar omdat het om vergankelijk materiaal gaat is er weinig teruggevonden.
Men vlocht manden, visfuiken, hoeden en muren.

Heel lang was vlechten een wijd verbreide kennis en kunde. zo vlocht mijn opa nog elk najaar een paar mandjes voor zijn kinderen om mee te nemen fruit plukken. Maar tegenwoordig zijn er teveel alternatieven, en hebben nog maar een aantal vakmensen het echt in de vingers.

Een bies is een lange stengel die groeit langs de waterkant. Vlechten met biezen is aangenaam.
Eenmaal soepel door wat vocht laat de bies zich makkelijk verwerken tot verschillende vormen.
We gaan dan ook werken met een mal om de biezen omheen te leggen.
Tijdens het vlechten zie je de kleurschakering van de bies onder je vingers ontstaan.
verschillende technieken passeren de revue.

Tussendoor pauzeren we en strekken onze vingers. Uiteindelijk ga  je met een klein, zelf gevlochten mandje naar huis.

Zelf meenemen: scherp mes, handlotion (is na afloop prettig), goede snoeischaar, evt. leesbril